NORMEN & WAARDEN

WAT ZIJN DE NORMEN EN WAARDEN
Normen en waarden worden vaak in één zin genoemd, toch zijn het twee verschillende dingen. Normen zijn veranderlijk, waarden staan vast.
NORMEN
- Een norm is herkenbaar aan de woorden: “Zo hoort het”
- Normen zijn concrete richtlijnen voor het handelen
- Normen regelen het sociale verkeer
- Normen zijn algemeen aanvaarde gedragsregels
- Normen zijn afhankelijk van tijd en cultuur
- Normen zijn veranderlijk – wat normaal was in 1919 is niet meer de norm in 2019
- Normen zijn ook afhankelijk van het wel of niet aanhangen van een religie
- Normen kunnen verschillen van land tot land en zelfs van stad tot stad
- Normen zijn geboden en verboden
- Normen zijn niet voor iedereen – elke groep kan eigen normen hebben
- Normen zijn vaak ongeschreven regels
VOORBEELDEN VAN NORMEN
- In de lift raak je elkaar niet aan
- In een gesprek ga je niet heel dicht bij een ander staan
- Je hoort beleefd te zijn tegen andere mensen
- Je eet met mes en vork
- Je spreekt met twee woorden
WAARDEN
- Waarden zijn universele grondregels
- Waarden zijn onveranderlijk
- Waarden zijn hetzelfde voor ieder mens
- Waarden streven het goede na
- Waarden houden hun betekenis en geldigheid
VOORBEELDEN VAN WAARDEN
- Gerechtigheid
- Liefde
- Eerlijkheid
- Respect
- Vrijheid
- Veiligheid
- Gezondheid
- Kennis
- Toewijding
- Waardering
- Gelijkwaardigheid
- Tolerantie
- Trouw
- Loyaliteit
VOOR OUDERS
- Normen en waarden zijn belangrijk in de opvoeding van kinderen
- Het gaat erover wat belangrijk is in het leven
- Het gaat over de omgang met andere mensen
- De cultuur van u als ouders zijn van invloed op de normen en waarden van uw kind
- Voor religie geldt hetzelfde
- Het is belangrijk om ieder mens als individu te zien
- In elke samenleving gelden normen en waarden die kunnen verschillen
- Respect is de basis voor alle normen en waarden
- Een kind moet leren rekening te houden met anderen en andere meningen
WERK & STAGE
- Ook op de werkvloer gelden normen en waarden zoals:
- Stiptheid – op tijd op je werk en op een afspraak komen
- Respect – de ander laten uitpraten tijdens een gesprek
- Veiligheid – je let op je eigen veiligheid en die van een ander
- Privacy – je houdt afstand als iemand in gesprek is
- Geduld – je legt iets opnieuw uit als diegene je niet begrijpt
- Behulpzaam – je helpt je collega’s
- Vrijheid – je respecteert een andere mening
- Integriteit – je vertelt niets over de dingen die je binnen het bedrijf hoort en ziet
- Trouw – je vertrouwt je collega’s
- Dankbaarheid – je zegt dank je wel voor hulp die je geboden wordt
- Vriendschap – je gunt een ander een succes en feliciteert degene
- Netheid – je zorgt dat je werkplek netjes blijft
- Beleefdheid – je spreekt klanten met ‘U’ aan – je geeft een hand aan mensen die je niet kent
- Zelfbeheersing – als je het ergens niet mee eens bent maak je het bespreekbaar
- Eerlijkheid – je roddelt niet over collega’s of maakt ze niet slecht
- Assertiviteit – je komt op een nette manier voor jezelf en anderen op
- Gehoorzaamheid – de baas is de baas
- Je houdt je aan het bedrijfsreglement
VOOR DE DOCENT
- Burgerschapsonderwijs is een wettelijke verplichting
- Het behandelen van normen en waarden in het onderwijs valt onder deze wet
- In studiereglementen worden de normen en waarden van de school bekend gemaakt, zoals
- Aanwezig en afwezig zijn
- Op tijd op school zijn
- Afwezigheid moet gewettigd worden
- Ziekte moet op tijd gemeld
- Spijbelen is wettelijk verboden
- Verder gelden alle waarden die in het algemene gedeelte genoemd zijn